Via het boek van Stefan Popa “Of de oleander de winter overleeft” heb ik kennisgemaakt met het herdersvolk, de Aroemenen Een volk levend op de Balkan, en in de vorige eeuw voortdurend belaagd door Grieken en Turken, Italianen en Duitsers. Grote ontberingen moest het volk doorstaan.
De Aroemeense Pitu krijgt, op hoge leeftijd, te horen dat hij nog een halfjaar te leven heeft. Hij heeft een hersentumor, en hij besluit in dat laatste jaar terug te gaan in de tijd, en terug te reizen naar zijn geboorteplaats, hoog in de Balkan. Het boek is fragmentarisch opgebouwd, en dat is wel even wennen als lezer. Maar als je de hoofdpersonen een beetje kent, gaat je dat heel makkelijk af. Pitu is eigenlijk op zoek naar zijn vader, en daarmee naar zijn eigen identiteit, en ook de identiteit van zijn volk. Wie was zijn vader, die hij nooit heeft gekend? Pitu kent hem alleen uit de verhalen van zijn moeder. Uit de mond van zijn moeder komt het totaal-tragische verhaal naar voren van de Aroemenen.
Pijnlijk wordt duidelijk hoe de Aroemenen in moeilijke situaties (dan weer verdrukt door Grieken en Turken, dan weer slachtoffer in beide wereldoorlogen) moesten zien te overleven. En de geschiedenis van de vader en moeder van Pitu staat daarmee model voor die tragiek.
De zoektocht naar het einde, de zoektocht naar het begin, de zoektocht naar zijn vader.
Maar bij het “vinden van een slot van zijn verhaal” verliest hij zijn vader, hij is vleugelloos, en kan (eindelijk) berusten in zijn laatste dagen.
Bijzonder boek!
PAGINA 368
Reacties